Sinds 1 oktober 2023 is het Europese Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) van kracht, als onderdeel van de inspanningen van de EU om de koolstofuitstoot tegen 2030 met 55% te verminderen. Als importeur dien je te rapporteren over de broeikasgasuitstoot van bepaalde producten, met een betalingsverplichting vanaf 2026.
CBAM is een aanvulling op het bestaande EU Emissions Trading System (EU ETS), waarin Europese bedrijven betalen voor broeikasgasuitstoot. Importeurs moeten nu koolstofcertificaten aanschaffen om de koolstofprijs te compenseren die Europese bedrijven al betalen via het ETS-systeem.
Uitzonderingen op de koolstofheffing zijn mogelijk voor importeurs die kunnen aantonen dat reeds een koolstofheffing is voldaan voor de productie van geïmporteerde goederen. EFTA-landen (IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland) zijn volledig uitgesloten van CBAM vanwege vergelijkbare koolstofregelingen.
CBAM is aanvankelijk van toepassing op goederen met aanzienlijke broeikasgasuitstoot, zoals cement, ijzer, staal, aluminium, kunstmest, elektriciteit en waterstof. De Europese Unie heeft plannen om deze lijst in de komende jaren uit te breiden. Producten die onder CBAM vallen, mogen alleen worden ingevoerd door partijen die in het bezit zijn van een CBAM-vergunning. De uitgifte van deze vergunningen in Nederland zal naar verwachting worden beheerd door de Nederlandse Emissieautoriteit.
Sinds 1 oktober 2023 moeten importeurs rapporteren over CBAM-goederen, waarbij verslagen elk kwartaal moeten worden ingediend bij de Europese Commissie. Vanaf 1 januari 2026 moeten importeurs vergunninghouders zijn voor CBAM-aangifte, met de verplichting om CO2-certificaten aan te schaffen om de uitstoot van geïmporteerde goederen te compenseren. Deze certificaten moeten overeenkomen met de vrijgekomen CO2 tijdens de productie, met elk certificaat dat 1 ton CO2 vertegenwoordigt.